Wat is de belangrijkste geloofsbelijdenis?

In de verscheidenheid van christelijke kerken zijn er vaak een paar dingen die iedereen samenbindt: een geloofsbelijdenis. Vooral in de eerste eeuwen, toen het christelijk geloof zijn vorm begon te krijgen, was dat bijzonder belangrijk. Zo vatten geloofsbelijdenissen samen wat de belangrijkste punten zijn van het geloof. 

Je zou zeggen: maar ze hebben toch de Bijbel? Tja, was het maar zo eenvoudig. Met dezelfde Bijbel in de hand hebben mensen elkaar naar het leven gestaan en elkaar voor ketter uitgemaakt. Je kan dezelfde bronnen hebben, en toch andere conclusies trekken. Op zich is dat wel iets moois, want er is ruimte voor verschil. Dat is er vanaf het begin van de christelijke kerk geweest. Echter, er zijn grenzen. Daarover gaan de geloofsbelijdenissen: dit spreken we als gelovigen af over de belangrijkste punten.

De belangrijkste geloofsbelijdenissen

Er zijn een aantal geloofsbelijdenissen. Je kunt je voorstellen dat als je niet ergens afspreekt met elkaar hoe je de dingen ziet, dat iedereen maar zijn eigen religie gaat ontwikkelen. 

In de eerste eeuwen van de christelijke kerk zijn gelovigen uitgewaaierd over de hele toen bekende wereld. In iedere cultuur kreeg het geloof zijn eigen vorm. Daarnaast waren er ook allerlei denkers en predikers die niet altijd dezelfde opvatting hadden. Dat is één van de redenen waarom door de eeuwen heen verschillende geloofsbelijdenissen zijn gemaakt. Op hoofdlijnen maken ze de essentie van het geloof duidelijk.

De apostolische geloofsbelijdenis (Creed), gezongen door Third Day en Brandon Heath.

Tijdens de eerste grote kerkvergadering, het Eerste Oecumenisch Concilie van Nicea in het jaar 325, werd de apostolische geloofsbelijdenis geformuleerd. In de meeste kerken is deze in gebruik. Een andere bekende is de geloofsbelijdenis van Athanasius, die aartsbisschop was van Alexandrië. De Chalcedonische geloofsbelijdenis werd opgesteld tijdens het Concilie van Chalcedon in 451 en gezien kan worden als toelichting op het Concilie van Efeze van 431, waar werd bevestigd dat de Christus in één persoon zowel volkomen God is als volkomen mens.

Geloofsbelijdenissen in de Bijbel

Nu zijn geloofsbelijdenissen echt niet allemaal uit de tijd van ná de Bijbel. Want ook in het Nieuwe Testament zijn allerlei geloofsbelijdenissen te vinden. Eén van de meest complete stukken vind je in 1 Korintiërs 15:1-8. Een ander prachtig voorbeeld van een geloofsbelijdenis uit de vroege kerk die je al in de Bijbel vindt is te lezen in Filippenzen 2:6-11 en in Kolossenzen 1:15-23. Het stuk uit Kolossenzen is in dichtvorm in de brontaal te vinden wat doet vermoeden dat het een citaat is uit een lied dat in de vroege kerk werd gezongen. Prachtig!

Apostolische geloofsbelijdenis of de Geloofsbelijdenis van Nicea

In het jaar 325 is de apostolische geloofsbelijdenis vastgesteld tijdens de eerste grote kerkvergadering die werd gehouden in Nicea. Deze vergadering was door de bekende christelijke Romeinse keizer Constantijn de Grote bij elkaar geroepen. Er zijn toen veel belangrijke thema’s voor de jonge kerk besproken, zoals hoe men dacht over God als de drie-eenheid en de persoon van de de Heilige Geest.

Het is goed om te weten dat deze apostolische geloofsbelijdenis niet is geschreven door één van de twaalf apostelen, zoals de naam misschien wel doet vermoeden. Maar het zijn 12 artikelen die de kern van het christelijk geloof samenvatten. Deze geloofsbelijdenis wordt vaak hardop uitgesproken in kerkdiensten en de mis.

Een fresco over de kerkvergadering in Nicea uit het jaar 325. Deze fresco is te vinden in de St. Nikolaas basiliek in het oude Myra, dat tegenwoordig Demre heet, Turkije. Kijk zelf rond in de kerk via deze link.

Men gaat ervan uit dat deze belijdenis rond het jaar 200 na Christus al is ontstaan en daarna steeds is doorgegeven. In de geschriften van kerkvader Ireneüs van Lyon (ca. 140-202) zijn al aanzetten te vinden naar de geloofsbelijdenis.

De tekst van deze geloofsbelijdenis van Nicea

  1. Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde.
  2. En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer,
  3. die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de Maagd Maria;
  4. die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven; die nedergedaald is ter helle,
  5. de derde dag verrezen uit de doden;
  6. die opgestegen is ten hemel, zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader;
  7. vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden.
  8. Ik geloof in de heilige Geest;
  9. de heilige katholieke kerk, de gemeenschap van de heiligen;
  10. de vergeving van de zonden;
  11. de verrijzenis van het lichaam;
  12. en het eeuwig leven. Amen.

Wil je deze geloofsbelijdenis ook leren in gebarentaal? Check dan eens dit filmpje »

Geloofsbelijdenis van Athanasius

Van de geloofsbelijdenis van Athanasius zijn velen het er wel over eens dat Athanasius waarschijnlijk niet deze tekst heeft geschreven, maar dat deze stamt uit iets latere tijd. Athanasius (295 – 373) was de bisschop van Alexandrië. Deze geloofsverklaring gaat duidelijk in op de leer van de drie-eenheid en de rol van Christus in het geloof. 

  1. Al wie behouden wil worden, heeft vóór alles nodig, dat hij het katholieke geloof vasthoudt.
  2. Wie dit niet volledig en ongeschonden bewaart, zal ongetwijfeld voor eeuwig verloren gaan.
  3. Het katholieke geloof nu is, dat wij één God in de Drie-eenheid en de Drie-eenheid in de eenheid aanbidden,
  4. zonder de Personen te vermengen of het Wezen te delen.
  5. Want de Persoon van de Vader, die van de Zoon en die van de Heilige Geest zijn ieder een andere Persoon.
  6. Maar één is de Godheid van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, gelijk is hun heerlijkheid en gelijk van eeuwigheid hun majesteit.
  7. Zoals de Vader is, zo is de Zoon, zo is ook de Heilige Geest.
  8. Ongeschapen is de Vader, ongeschapen de Zoon, ongeschapen de Heilige Geest.
  9. Onmetelijk is de Vader, onmetelijk de Zoon, onmetelijk de Heilige Geest.
  10. Eeuwig is de Vader, eeuwig de Zoon, eeuwig de Heilige Geest.
  11. En toch zijn zij niet drie eeuwigen, maar één Eeuwige.
  12. Zoals zij niet drie ongeschapenen zijn of drie onmetelijken, maar één Ongeschapene en één Onmetelijke.
  13. Evenzo is de Vader almachtig, almachtig de Zoon, almachtig de Heilige Geest.
  14. En toch zijn zij niet drie almachtigen, maar één Almachtige.
  15. Zo is de Vader God, de Zoon God, en de Heilige Geest God.
  16. En toch zijn zij niet drie Goden, maar één God.
  17. Zo is de Vader Heer, de Zoon Heer en de Heilige Geest Heer.
  18. En toch zijn zij niet drie Heren, maar één Heer.
  19. Want evenzeer als wij door de christelijke waarheid genoodzaakt worden elke Persoon afzonderlijk als God en Heer te belijden, worden wij door het algemeen geloof er van weerhouden te spreken van drie Goden of Heren.
  20. De Vader is door niemand gemaakt of geschapen of voortgebracht.
  21. De Zoon is door de Vader alleen, niet gemaakt of geschapen, maar voortgebracht.
  22. De Heilige Geest is door de Vader en de Zoon niet gemaakt of geschapen of voortgebracht, maar Hij gaat van Hen uit.
  23. Eén Vader dus, niet drie Vaders, één Zoon, niet drie Zonen, één Heilige Geest, niet drie Heilige Geesten.
  24. En in deze Drie-eenheid is niets eerder of later, niets groter of kleiner, maar alle drie Personen zijn aan elkaar gelijk in eeuwigheid en in hoedanigheid.
  25. Zodat in alles, zoals reeds gezegd is, de eenheid in de Drie-eenheid en de Drie-eenheid in de eenheid te aanbidden is.
  26. Wie derhalve behouden wil worden, moet deze overtuiging over de Drie-eenheid hebben.
  27. Maar het is noodzakelijk voor zijn eeuwig behoud, dat hij ook de menswording van onze Heer Jezus Christus oprecht gelooft.
  28. Het ware geloof is dan, dat wij geloven en belijden, dat onze Heer Jezus Christus, de Zoon van God, evenzeer God als mens is.
  29. God is Hij, omdat Hij uit de natuur van de Vader vóór de tijden is voortgebracht; en mens is Hij, omdat Hij uit de natuur van zijn moeder ìn de tijd geboren is.
  30. Ten volle God en ten volle mens, met een redelijke ziel en een menselijk lichaam,
  31. gelijk aan de Vader naar zijn Godheid, minder dan de Vader naar zijn mensheid.
  32. Hoewel Hij God is en mens, is Hij toch niet twee, maar één Christus.
  33. Eén is Hij, echter niet doordat de Godheid is veranderd in mensheid, maar doordat Hij als God de mensheid heeft aangenomen.
  34. Eén is Hij, volstrekt niet door een vermenging van naturen, maar door de eenheid van zijn Persoon.
  35. Want zoals een redelijke ziel met het lichaam één mens is, zo is ook God en mens één Christus.
  36. Die geleden heeft om ons behoud, is neergedaald in het rijk van de dood, op de derde dag opgestaan uit de doden,
  37. opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van de Vader, vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden.
  38. En bij zijn komst moeten alle mensen wederopstaan met hun lichaam en rekenschap afleggen van hun eigen daden.
  39. En die het goede gedaan hebben zullen in het eeuwige leven gaan, maar die het kwade gedaan hebben in het eeuwige vuur.
  40. Dit is het algemeen geloof. Wie dit niet oprecht en standvastig gelooft, kan niet behouden worden.
De geloofsbelijdenis van Nicea zoals deze gezongen wordt in een oosters orthodoxe kerk tijdens een gewone kerkdienst.

Geloofsbelijdenis van Chalcedon

De Chalcedonische geloofsbelijdenis werd opgesteld tijdens het Concilie van Chalcedon in 451 en gezien kan worden als toelichting op het Concilie van Efeze uit 431, waar werd bevestigd dat de Christus in één persoon zowel volkomen God is als volkomen mens.

“Wij belijden, in navolging van de heilige vaders, allen eenstemmig dat onze Heer Jezus Christus één en dezelfde Zoon is, volmaakt in zijn Godheid en volmaakt in zijn mensheid, waarlijk God en waarlijk mens, bestaande uit een redelijke ziel en een lichaam, één van wezen met de Vader naar zijn Godheid en één van wezen met ons naar zijn mensheid, ons in alles gelijk, uitgenomen de zonde, van eeuwigheid uit de Vader gegenereerd naar zijn Godheid, maar in het laatst der dagen omwille van onze zaligheid uit de Maagd Maria, de moeder Gods, geboren naar zijn mensheid, één en dezelfde Christus, Zoon, Heer, Eniggeborene, in twee naturen, onvermengd, onveranderd, ongedeeld, ongescheiden.

Daarbij wordt het onderscheid tussen de naturen in generlei wijze tenietgedaan door de vereniging, maar veeleer de kenmerkende eigenschap van elke natuur bewaard en samengebracht in één persoon en één hypostase, niet alsof Christus is gescheiden of verdeeld in twee personen, maar één en dezelfde Zoon en eniggeboren God, Woord, Heer, Jezus Christus; precies zoals de profeten vanaf het begin betreffende hem hebben gesproken en onze Heer Jezus Christus ons heeft geleerd, en de geloofsbelijdenis van de vaders ons heeft doorgegeven.”

Meer ontdekken?

Wil je meer ontdekken over het christelijk geloof? Doe dan eens de gratis Online Bijbel Intro.