Waar komt de Statenvertaling vandaan?

De Statenvertaling heeft grote invloed gehad op de Nederlandse taal. Als er één boek is dat ervoor heeft gezorgd dat de Nederlandse taal een nieuwe standaard kreeg, dan is het wel de Statenbijbel.

Nu is voor christenen de Bijbel het belangrijkste boek dat er bestaat. Ondertussen is in bijna ieder huis wel een Bijbel te vinden. Dat is weleens anders geweest. De verandering kwam met de komst van deze Statenbijbel. De Statenbijbel is de Bijbel die in opdracht van de Nederlandse regering is gemaakt. Deze vertaling is de Statenvertaling.

De Statenbijbel uit 1637, collectie Het Utrechts Archief.

De taal en uitdrukkingen van deze Statenvertaling, de vertaling van de Bijbel die in 1637 is gepubliceerd, zijn onderdeel van onze gewone spreektaal geworden. Denk dan aan uitdrukkingen als ‘de verboden vrucht’ wat verwijst naar de vrucht van de zondeval. Een andere uitdrukking die nog steeds gangbaar is in het alledaagse Nederlands is ‘een doorn in het oog’.

De Bijbel in de eigen taal

Een Bijbel is tot een paar eeuwen geleden een onbetaalbaar boek geweest. Naast dat veel gelovigen ongeletterd waren, was het produceren van de Bijbel allemaal handwerk. Voor een exemplaar kon je zomaar een paar jaarsalarissen van een arbeider nodig hebben. Daarnaast werd de Bijbel ook vaak in het Latijn in de kerken gelezen. Deze taal werd alleen door geestelijken beheerst. De hervormer Maarten Luther was van mening dat de Bijbel een van de belangrijkste bronnen voor geloof was en dat iedereen deze in zijn eigen taal zou moeten kunnen horen. Dus vertaalde hij rond 1535 de Bijbel in het Duits.

Die vertaling van Maarten Luther werd de basis voor een aantal Nederlandse Bijbelvertalingen uit de zestiende eeuw.

Statenvertaling: vertaling in opdracht van de staat

Tot het begin van de 17e eeuw was het vooral de zogenaamde Deux Aes Bijbel die de gereformeerden lazen. Deze Bijbel was voor een groot deel gebaseerd op de vertaling van Luther. In een vertaling van een andere vertaling konden echter gemakkelijk fouten sluipen. Denk dan aan een Nederlandse vertaling van een Duitse vertaling die weer komt van een Griekse vertaling. Daarom is in die periode besloten tot een nieuwe ‘overzetting’, een vertaling vanuit de oorspronkelijke teksten in het Hebreeuws en Grieks.

In Engeland was ondertussen een nieuwe, toonaangevende vertaling van de Bijbel beschikbaar. De King James Bible is in 1611 gepubliceerd. Dat is een paar jaar voordat een grote Nederlandse kerkelijke vergadering werd gehouden. In 1618 werd de Synode van Dordrecht gehouden waar de opdracht werd gegeven voor een officiële Nederlandse vertaling van de Bijbel. Deze vertaling is betaald door de Nederlandse regering, door de Staten-Generaal. Daar komt ook de naam Statenvertaling of Statenbijbel vandaan. Van 19 november 1618 tot 27 november 1618 heeft de Synode in zeven zittingen over de vertaling van de Bijbel gesproken.

De Nationale Synode van Dordrecht, Pouwel Weyts de Jonge. Collectie Dordts Museum, Dordrecht

Belangrijk in deze nieuwe en officiële vertaling was dat er geen gebruik van een andere vertaling werd gemaakt, maar van de op dat moment meest betrouwbare Hebreeuwse en Griekse bronteksten. De opdracht was: volg de bronteksten trouw. Hou tegelijkertijd rekening met het feit dat het grote publiek ook de taal moet kunnen volgen. 

Het vertaalproces begon uiteindelijk in 1626 en was in 1637 voltooid. In de periode 1637 tot 1657 zijn maar het liefst een half miljoen bijbels gedrukt. En dat op een bevolking van twee miljoen mensen.

Kist

De oorspronkelijke drukproeven van de Statenvertaling zijn in de eerste jaren in een kist op het Leidse stadhuis bewaard. Met grote zorg werd het geconserveerd. Deze drukproeven waren van zo’n grote betekenis, dat in de periode 1641 tot 1800 iedere drie jaar een commissie, bestaande uit twintig kerkelijke afgevaardigden en enkele afgevaardigden van de Staten-Generaal, langskwamen om de kist met inhoud te inspecteren. In mei 1663 is een nieuwe kist in gebruik genomen, waarin – naast de drukproeven – ook het eerste, paarsfluwelen exemplaar werd bewaard.

De kist waarin de Statenbijbel bewaard werd, collectie Museum Catharijneconvent, Utrecht.

Deze bijzondere eikenhouten kist is tegenwoordig te bezichtigen in het Catharijneconvent in Utrecht.